
afleiden van werkw. Uitspraak: [ ˈɑflɛidə(n) vɑn ] Vervoegingen: leidde af van (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgeleid van (volt.deelw.)
maken op basis van (iets anders) Voorbeelden: 'Nederlandse regels afleiden van Europese regelgeving' , 'Het woord 'aardigheid is afgeleid van 'aardig'.' ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/afleiden van

afleiden van werkw. Uitspraak: [ ˈɑflɛidə(n) vɑn ] Vervoegingen: leidde af van (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgeleid van (volt.deelw.)
maken op basis van (iets anders) Voorbeelden: 'Nederlandse regels afleiden van Europese regelgeving' , 'Het woord 'aardigheid is afgeleid van 'aardig'.' ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/afleiden van
Geen exacte overeenkomst gevonden.